- Dominantie: Doodshoofdaapjes (Saimiri boliviensis) tonen soms hun dominantie door op de dominante apen te plassen.
- Agressie en zorg: Glimlachen (de bovenlip optrekken om de tanden bloot te leggen) is bij apen een teken van agressie. Als apen elkaar verzorgen, is dat een teken van zorg en genegenheid.
- Eten: De meeste apen eten zowel dieren als planten. Sommige eten ook aarde. Apen pellen hun bananen ook en eten de schil niet op.
- Monogame: Springapen (Callicebus) zijn zeldzaam omdat ze monogaam zijn. Ze hebben hun leven lang dezelfde partner en raken gefrustreerd als ze uit elkaar gaan. Springapen strelen hun partners vaak en brengen over het algemeen veel tijd dicht bij elkaar door.
- Nieuw alfamannetje: Wanneer een groep penseelaapjes (Cercopithecidae) een nieuwe leider krijgt, zal het nieuwe alfamannetje in sommige gevallen alle jongen doden die nog aan het zogen zijn. Dit is een evolutionair gedrag waarbij het mannetje zijn eigen nakomelingen beschermt tegen de nakomelingen van andere mannetjes.
- Snacks: Mandrilapen hebben kleine 'zakken' in hun wangen waar ze voedsel in bewaren om als snack te eten.
- Brulapen: Brulapen (Alouatta) zijn de luidste van alle apen en mensapen. Hun gebrul is in het bos op meer dan 3 kilometer afstand te horen en in open gebieden op meer dan 4 kilometer afstand.
- Maar in Europa: De berberaap (Macaca sylvanus) staat ook bekend als de 'Gibraltar aap' en is de enige vrijlevende apensoort in Europa.
- Ziekten: Apen hebben vaak tuberculose, hepatitis en herpes.
- Voedsel voor mensen en apen: Mensen en sommige apensoorten jagen op sommige soorten kuifapen voor voedsel (bijv. rode en groene colobusapen)
Feit: Er zijn 149 verschillende apensoorten; bovenaan staat een proboscis-aap (Nasalis larvatus), in het midden een keizertamarin (Saguinus imperator) en onderaan een Filippijnse tarsier (Tarsius syrichta).
Verschillen tussen apen en mensapen
- Primaten: Apen (Haplorhini) en mensapen (Strepsirhini) vormen samen de orde Primaten. Apen worden beschouwd als hoger geëvolueerd dan mensapen.
- Soorten: Er zijn 149 apensoorten (inclusief mensen) die worden onderverdeeld in spookapen (Tarsii), westelijke apen (Platyrrhini) en oostelijke apen (Catarrhini). Er zijn 48 soorten halfapen
- Hale: Het duidelijkste verschil tussen apen en mensapen is dat apen geen staart hebben (wat alle mensapen wel hebben).
- De schommel: Apen en spinapen slingeren met hun armen van tak naar tak - alleen een paar halfapen doen dit; zij rennen in plaats daarvan van tak naar tak.
Feiten over de verschillende menselijke soorten
Mensapen is de term voor een groep mensachtige apen die ook genetisch relatief nauw verwant zijn aan de mens. Tot de mensapen behoren: orang-oetans, gorilla's, chimpansees, bonobo's en gibbons.
Orang-oetans
- Orang-oetans maken een nest in elke boom waarin ze slapen. In deze nesten worden hun jongen geboren
- Orang-oetans kunnen tot 50 jaar oud worden
- Orang-oetans krijgen meestal maar om de 6-7 jaar een nieuwe baby. Het kalf blijft bij de moeder tot het 6-7 jaar oud is.
Gorilla's
- Gorilla's eten voornamelijk fruit, bladeren, schors, termieten en rupsen.
- Gorilla's kunnen blauwzwart tot bruingrijs zijn
- Gorilla's kunnen 1,7 m lang worden en tot 165 kg wegen.
Chimpansees
- Chimpansees gebruiken gekauwde bladeren om water op te nemen (als een spons) wanneer ze drinken.
- Mannelijke chimpansees kunnen tot 6 keer sterker zijn dan een volwassen mens
- Chimpansees delen 98% van hun DNA met mensen
Bonobos
- Bonobo's kunnen in grote groepen leven met meer dan 100 leden
- Bonobo's gebruiken soms stokken om zich te verdedigen
- Bonobo's zijn, samen met chimpansees, onze naaste levende verwanten
Gibbons
- Gibbons zijn de soorten mensapen die het minst op mensen lijken. Dit geldt vooral voor het fysieke aspect, maar ook op het gebied van gedrag worden gibbons als minder geëvolueerd beschouwd dan de andere mensapen.
- Gibbons zijn meesters in het slingeren tussen boomtakken en kunnen wel 55 km per uur halen!
- Gibbons zijn monogaam (d.w.z. ze hebben maar één partner), wat zeldzaam is onder primaten